Clausule 3 – Hoe u de definitie van “aanvullende isolatie” begrijpt
Een isolatie die buiten de basisisolatie ligt en onafhankelijk is van de basisisolatie, en doorgaans toegankelijk is voor de gebruiker. Aanvullende isolatie is, zoals de naam al aangeeft, aanvullend en verwijst naar isolatie die aan de basisisolatie wordt toegevoegd. Het gaat hier om een basisprincipe van deze norm, namelijk het principe van dubbele bescherming. Voor elk gevaar moeten er minimaal twee lagen of twee sets beschermingsmaatregelen zijn. Mocht één van de beschermingsmaatregelen falen, dan kan het toestel alsnog worden beschermd door een andere beschermingslaag. De eis voor extra isolatie hierbij is dat er rekening wordt gehouden met de isolatie die een beschermende rol kan spelen als de basisisolatie faalt. De bescherming hier is alleen bedoeld voor de bescherming van delen onder spanning. In andere eisen van deze norm zullen eisen worden gesteld aan dubbele beschermingsmaatregelen voor niet onder spanning staande delen.
Zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding, vanaf het buitenoppervlak van de basisisolatie (hier kan dit worden opgevat als het buitenoppervlak van de draadmantel van de interne draad, of het plastic materiaaloppervlak van de schakelaar) naar de plaats die kan worden aangeraakt door de gebruiker (de onderkant of de zijschaal van het apparaat), op basis van de voorbeeldfoto kunnen de onderkant en de zijschaal van het apparaat worden beoordeeld als aanvullende isolatie. Dienovereenkomstig kan de kruipafstand van de interne stroomdraadmantel langs het binnenoppervlak van de zijschaal naar de plaats die kan worden aangeraakt door de externe gebruiker worden gedefinieerd als de aanvullende isolatie, en vervolgens de kortste afstand in rechte lijn vanaf de interne basisisolatie door de lucht naar de plaats die door de externe gebruiker kan worden aangeraakt, kan worden gedefinieerd als de aanvullende isolatieafstand. De speling heeft hier doorgaans betrekking op de opening tussen de onderschaal en de zijschaal.