Clausule 3 – Hoe u de definitie van “klasse II-apparaat” begrijpt

klasse II-apparaat: apparaat waarbij bescherming tegen elektrische schokken niet afhankelijk is basisisolatie alleen maar waarin aanvullende veiligheidsmaatregelen zijn getroffen, zoals dubbele isolatie of versterkte isolatie, er is geen voorziening voor beschermende aarding of vertrouwen op installatieomstandigheden.
LET OP 1 Een dergelijk apparaat kan van een van de volgende typen zijn:
– een apparaat met een duurzame en in hoofdzaak doorlopende omhulling van isolatiemateriaal die alle metalen onderdelen omhult, met uitzondering van onderdelen zoals naamplaatjes, schroeven en klinknagels, die daarvan geïsoleerd zijn levende delen door isolatie minimaal gelijkwaardig aan versterkte isolatie; zo’n apparaat heet een isolatie-omhuld klasse II toestel;
– een apparaat met een in hoofdzaak doorlopende metalen behuizing, waarin dubbele isolatie of versterkte isolatie wordt overal gebruikt; zo’n apparaat wordt een met metaal omhulde klasse II toestel;
– een apparaat dat een combinatie is van een isolatie-omhuld klasse II toestel en een metalen behuizing klasse II toestel.
OPMERKING 2 De behuizing van een met isolatie omhulde behuizing klasse II toestel kan een deel of het geheel vormen van de aanvullende isolatie of van de versterkte isolatie.

Hier denken we vanuit het perspectief van dubbele voorzorgsmaatregelen. Naast de basisisolatie heeft het product ook nog een extra isolatielaag nodig, dat wil zeggen dubbele isolatiemaatregelen om ervoor te zorgen dat als een isolatielaag faalt, er nog een isolatielaag komt die nog steeds een beschermende rol speelt. Het anti-elektrische schokeffect van versterkte isolatie is in de meeste gevallen gelijk aan dubbele isolatie, dus het wordt ook beschouwd als een effectieve manier om dubbele voorzorgsmaatregelen te nemen. Klasse II-apparaten gedefinieerd door de norm benadrukken vooral dat het apparaat het effect van dubbele isolatie bereikt door zijn eigen behuizing, geïsoleerde draden en omhulsels van geïsoleerde draden. Apparaten met aardingsmaatregelen zijn apparaten van klasse I, apparaten van klasse II hebben dus geen beschermende aarding.

Behalve apparaten van klasse 0 zijn alle apparaten met een grote kunststof of isolerende behuizing over het algemeen ontworpen als apparaten van klasse II. Er zijn echter ook enkele motoren met een metalen behuizing, hoewel het product kan voldoen aan de eisen van Klasse II-apparaten, is er nog steeds een beschermende aardingsmaatregel op de motor. Dit apparaat wordt beschouwd als een apparaat van klasse I. De toelichting bij dit artikel geeft een inleiding tot de structurele kenmerken van alle mogelijke apparaten van klasse II.



Figuur 11 – Voorbeelden van spelingen in de IEC 60335-1 standaard geven een eenvoudig voorbeeld. Op basis van deze figuur kunnen we nadenken over de basiskenmerken van klasse II-apparatuur, klasse II-constructie, klasse I-apparaat en klasse I-constructie.

Similar Posts